Whisky met water… do or don’t?
Ons advies is een whisky altijd eerst in zijn natuurlijke vorm, zonder toevoegingen (straight of neat), te proeven. Sommige whiskykenners menen dat je ook geen water mag toevoegen aan een whisky, omdat je deze zou moeten proeven zoals hij door de distilleerderij oorspronkelijk werd gemaakt, in al zijn natuurlijke schoonheid en complexiteit. Een klein beetje water toevoegen kan echter helpen om nog meer smaken en complexiteit naar boven te halen. Zeker wanneer het een whisky betreft met een hoog alcoholgehalte, zoals een Cask Strenght.
Door het toevoegen van (een hele kleine hoeveelheid! ) water kan in een whisky plotseling een heel stel nieuwe karakteristieken laten losbarsten, die je bij een pure whisky niet zou geproefd hebben. Dit is zeker het geval bij Cask Strength whisky’s of whisky’s met een alcoholgehalte boven de 60%. Het hoge alcoholgehalte weerhoudt de subtielere smaken om naar de voorgrond te komen. Door een klein beetje water wordt de alcohol wat geblust, waardoor de smaken beter tot hun recht komen. Hoeveel water je precies moet toevoegen hangt natuurlijk af van je persoonlijke smaak. Ook hiermee kun je gerust experimenteren.