Tasting Notes – Laphroaig Quarter Cask
Laphroaig is een Islay distilleerderij die flink geturfde whisky maakt. Ik vind geturfde whisky een beetje als een Woody Allen film: je bent voor of tegen, maar er is geen middenweg. Gelukkig ben ik voor.
De Laphroaig Quarter Cask is een whisky gefinished op – zoals de naam al aangeeft – kleinere vaten van zo’n 80 liter, die vroeger gebruikt werden om whisky te vervoeren (en te smokkelen!) per paard of ezel. Na de introductie van gemotoriseerde voertuigen kwamen deze fusten in ongebruik, maar Laphroaig zag er wel heil in om ze nieuw leven in te blazen. Na een rijping op gewone bourbon barrels krijgt de whisky nog een narijping in deze kleine vaatjes, die een groot effect op smaak resorteren omdat er veel meer contact met het hout is. En omdat hij wordt gebotteld op 48% ABV is koelfiltratie overbodig.
De neus vertoont de klassieke Laffie kenmerken (turfrook, zilt, jodium), maar is ook best romig. Vanille, botercake, bananenschil en kokosnoot met een hint van kamillethee en – als je geduldig kan zijn – witte chocolade. De balans tussen zoet en zout is nagenoeg perfect.
De aanzet is krachtig en mondvullend, start met een opstoot van turf, gevolgd door zeewier en citrustoetsen. Er komt wat houtskool, kruidnagel en zelfs een blaadje munt aan te pas. Een late druppel perensiroop maakt hem zoet, maar dat wordt snel overstemt door de rookontwikkeling.
De afdronk, die lekker lang is en opnieuw rokerig start, laat na een paar seconden dan toch de eik aan het woord, waardoor hij een bittertje vertoont op het sterfbed.
Door de kleine, maar dappere vaatjes krijgt deze net iets meer diepgang dan de 10-jarige Laphroaig, waardoor ik deze eerder zou aanraden. En hij is bovendien stukken beter dan de laatste Woody Allen film. But that’s just me.
Geproefd door Mark Dermul